De afgelopen zomerperiode leek er een van relatieve rust en stilte. Waar in het voorjaar nog keihard werd gewerkt en onderhandeld aan de verschillende klimaattafels om op 10 juli de resultaten aan het kabinet te presenteren, volgde er ineens die zinderende hittegolf waarin alles stil leek te liggen. Er volgden drie weken van strakblauwe lucht en extreme hitte. Zo warm, dat we klimaatverandering aan den lijve konden ondervinden, en de Nederlandse steden en inwoners letterlijk aan hittestress leden.
Toch zaten de jonge professionals van de Klimaat en Energie Koepel niet stil. Zo organiseerden we verschillende ‘KEK On Tour’ bijeenkomsten, waarbij geïnteresseerden werden bijgepraat over wat er aan de KEK Sectortafels was besproken en tot welk advies onze tafelteams en tafelverbinders gezamenlijk waren gekomen over de hoofdlijnen van het klimaatakkoord. Ook werkte KEK zich in het zweet om in augustus een bundeling van deze adviezen aan de SER te kunnen opleveren. Vele ambassadeurs van KEK gaven, al dan niet vanaf hun vakantieadres, input voor dat stuk middels een vragenlijst die we per mail rondstuurden. En KEK werkte intussen ook nog aan een strategie om ervoor te zorgen dat de millennial ook in de toekomst over het klimaat en de energietransitie kan meepraten.
KEK was niet de enige die hard doorwerkte deze zomer. Zo ging het Planbureau voor de Leefomgeving aan de slag met het doorrekenen van de effecten van de maatregelen uit het voorstel voor hoofdlijnen van het klimaatakkoord. De minister van Economische Zaken en Klimaat, Eric Wiebes, verscheen in Zomergasten en vertelde daar onder meer over zijn voorliefde voor vooruitgang, over de Tesla, over de gaswinning in Groningen, over warmtepompen en robotisering. En de ministeries van Financiën en Algemene Zaken werkten intussen aan de voorbereidingen voor Prinsjesdag. Net als de minister-president trouwens, die de belangrijkste plannen van de regering voor het komende jaar beschreef in de troonrede die Koning Willem-Alexander op de derde dinsdag van september zal voorlezen.
En daar zijn we nu, halverwege september. Morgen is het Prinsjesdag, de dag van het beroemde koffertje met de Miljoenennota en de rijksbegroting, en de dag van de hoedjes en de troonrede. Ik hoop dat de Koning dit jaar wat meer zal stilstaan bij het klimaat en de energietransitie. In 2017 noemde hij in de troonrede alleen kort de reductie van CO2-uitstoot als een internationale opgave. Daar mag dit jaar wel wat meer tekst en uitleg over volgen, wat meer urgentiebesef en daadkracht, of misschien wat meer bezieling en optimisme. Maar belangrijker nog: in dat koffertje van de minister van Financiën, Wopke Hoekstra, mag ook wel een serieuze paragraaf over het klimaat en de energietransitie zijn opgenomen.
"In dat koffertje van Wopke Hoekstra mag ook wel een serieuze paragraaf over het klimaat en de energietransitie zijn opgenomen."
“De vraag ‘wie betaalt wat’ hangt als een zwaard van Damocles boven het Klimaatakkoord. Uiteindelijk is dit oordeel aan de politiek”, zo schreef KEK in haar advies aan de SER. Wanneer het kabinet en de Tweede Kamer zich dit najaar buigen over hoeveel we met z’n allen over hebben voor zaken als gasloze woningen, elektrisch vervoer, wind-op-zee en reductie van de CO2-uitstoot door de industrie, hoopt KEK dat er ook heldere principes worden uitgesproken over het verdelingsvraagstuk in de energietransitie. “Maak duidelijk welke budgetten en subsidies beschikbaar zijn, en voor wie; bij de verdeling van budgetten moet kosteneffectiviteit een factor van groot belang zijn. Verbind hier prestatieafspraken aan.”
We moeten allemaal investeren in onze toekomst. Niet alleen daadkrachtige grote bedrijven, visionaire ondernemers en mkb'ers met lef. En niet alleen de generatie Y die bouwt aan de klimaat- en energietransitie. Wij zullen allemaal, werkende en werkeloze burgers, bedrijven en bewoners, jong en oud, een investering moeten doen om de doelen gesteld in het klimaatakkoord van Parijs te halen. Of dat nu een tijdsinvestering betreft, eentje van hard doorwerken tijdens een zinderende zomer, eentje van noeste handenarbeid om onze energievoorziening een transformatie te laten doorgaan, of een hap uit de schatkist (ja, onze belastingcenten) om de oh zo noodzakelijke verduurzaming te financieren. Want zoals een van onze ambassadeurs deze zomer aan KEK schreef: “hoe langer er gewacht wordt met het verminderen van de CO2-uitstoot, hoe meer de rekening bij de toekomstige generaties komt te liggen.”
We zullen met z’n allen nú moeten investeren in mensen, in goeie opleidingen en een aantrekkelijke arbeidsmarkt en in innovatieve technologieën, om te komen tot die schone, duurzame toekomst. Hopelijk zit dat koffertje van minister Hoekstra dus vol met dergelijke ambities die ons daarbij gaan helpen. Daarvoor roep ik graag drie keer “hoera!” op de troonrede!
Wendela Waller is communicatieadviseur bij TKI Urban Energy. Binnen KEK neemt ze deel aan het communicatieteam en de Raad van Advies.